Vergunningvrij bouwen kan industrialisatie bouw versnellen

10 november 2025

Industriële woningbouw stagneert ondanks sterke start

Het leek even de grote belofte voor de woningbouw: industriële woningen, grotendeels in de fabriek geproduceerd, die snel en betaalbaar gerealiseerd kunnen worden. In 2023 bereikte deze bouwmethode een marktaandeel van 20 procent, goed voor 15.000 woningen. Maar inmiddels is de groei tot stilstand gekomen, zo blijkt uit de cijfers voor 2024.

Toch blijft de ambitie onverminderd hoog. In 2030 moet de helft van alle nieuwbouw industrieel worden uitgevoerd. Maar met het huidige tempo lijkt dat doel verder weg dan ooit. Volgens bouwbedrijf Van Wijnen is versnelling mogelijk — maar dan moeten er wél structurele stappen worden gezet. Een van die stappen is het vergunningvrij bouwen op basis van een typegoedkeuring.

Typegoedkeuring als sleutel tot versnelling

Het idee achter vergunningvrij bouwen met typegoedkeuring is eenvoudig: als je vooraf aantoont dat een industrieel woningconcept voldoet aan alle bouwtechnische eisen uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), waarom zou je dan elke individuele woning nog toetsen?

Demissionair minister Mona Keijzer wil daarom industriële woningen met een erkende kwaliteitsverklaring vrijstellen van de vergunningplicht voor de technische bouwactiviteit. Dat kan de woningbouw flink versnellen én onnodige kosten vermijden. In Gelderland experimenteren overheden al met deze aanpak binnen de ‘Industriële Fastlane’ en daar is de verwachte tijdswinst groot: van zes weken vergunningsprocedure naar één dag.

Planprocedures kunnen drastisch worden ingekort

De tijdswinst beperkt zich niet tot de bouw zelf. Volgens projectleider Jack van Hoof kunnen planprocedures — die normaal zes jaar duren — met de juiste samenwerking worden teruggebracht tot twee jaar. Als gemeenten, ontwikkelaars en bouwers vanaf het begin uitgaan van een woning met typegoedkeuring, zijn veel ontwerpfasen overbodig.

Die manier van werken past bij de landelijke ambitie om het planproces te verkorten. Het zogeheten ‘parallel plannen’, waarbij markt en overheid gelijktijdig werken aan ontwerp en vergunningen, wordt daarbij de nieuwe norm.

Industriële woningbouw vraagt om andere mindset

Bij Van Wijnen geloven ze dat de totale realisatietijd met ruim 30 maanden kan worden ingekort. Toch blijft de afstemming tussen ontwerp, regelgeving en uitvoering een knelpunt. De bouw verschilt daarin van andere sectoren: waar in de industrie een fabrikant volledige zeggenschap heeft over het ontwerp, zijn in de bouw veel partijen betrokken.

Architecten, stedenbouwkundigen, gemeenten en beleggers hebben allemaal hun stem in het proces. Dat leidt tot hoge ontwerpkwaliteit, maar maakt standaardisatie lastig. En juist die standaardisatie is nodig om schaal te maken in de fabriek.

Certificering duurt lang, terwijl de tijd dringt

Een ander obstakel is het verkrijgen van de juiste certificaten. Momenteel is Van Wijnen de enige partij in Nederland met een volledige set erkende kwaliteitsverklaringen. Andere partijen zoals Barli, Plegt-Vos en Startblock zijn onderweg, maar het is een langdurig traject. Van Wijnen deed er zeven jaar over om een gecertificeerd bouwplatform op te zetten.

Zonder deze certificaten kunnen fabriekswoningen niet vergunningvrij worden gebouwd. Tegelijkertijd blijft de vraag beperkt zolang die versnelde route niet breed beschikbaar is. Een klassieke kip-ei-situatie dus.

Gemeenten moeten nog wennen aan het idee

Hoewel de wettelijke mogelijkheden er al zijn, maken gemeenten er nog weinig gebruik van. Dat komt vooral doordat ze gewend zijn te werken met erkende kwaliteitsverklaringen op onderdelen — maar nog niet op hele woningen.

De oproep vanuit de bouw is duidelijk: laat het stuur even los. Vertrouw op de toetsing die vooraf al is gedaan. Daarmee kunnen ambtenaren worden vrijgespeeld voor andere woningbouwprojecten en krijgt de woningfabriek de ruimte om te doen wat ze belooft: snel, betaalbaar en kwalitatief bouwen.

Bron: cobouw.nl