Doorbraaklocaties bieden hoop voor woningbouwversnelling

11 augustus 2025

Van bestuurlijk getouwtrek naar concrete afspraken

Woningnood is al jaren een heet hangijzer, en toch lijken veel grote woningbouwprojecten muurvast te zitten. Enter Eric Martens, sinds begin dit jaar aangesteld als kwartiermaker voor de zogenoemde ‘doorbraaklocaties’. Zijn missie: binnen twee jaar ontwikkelakkoorden sluiten voor 100.000 woningen op lastige locaties. En als het aan hem ligt, worden er dit jaar al vijf doorbraken gerealiseerd.

Martens is geen onbekende in de vastgoedwereld. Hij werkte eerder bij JLL, was voorzitter van RICS Nederland en hielp bij het opzetten van het register van vastgoedtaxateurs. Zijn taak nu is helder, maar bepaald niet eenvoudig: tempo maken op plekken waar de plannen al jaren blijven steken.

Gnephoek als voorbeeld van samenwerking en doorzettingsvermogen

Een sprekend voorbeeld van hoe het wél kan, is de Gnephoekpolder bij Alphen aan den Rijn. Waar eerder de provincie Zuid-Holland mordicus tegen woningbouw was, leidde bestuurlijk overleg – en een flinke duw van voormalig deltacommissaris Wim Kuijken – tot een akkoord. Inmiddels ligt er een ontwikkelovereenkomst voor 5.500 woningen, met een stevige publiek-private samenwerking voor de komende vijftien jaar.

Volgens Martens is dit geen gevalletje ‘minister overruled provincie’, maar eerder het resultaat van slim manoeuvreren, open gesprekken en de bereidheid om samen te zoeken naar wat wél kan.

De kracht van parallel plannen en vroeg samenwerken

Een belangrijk inzicht uit Gnephoek: het helpt als publieke en private partijen al vroeg samenwerken en parallel nadenken over financiële, infrastructurele en milieutechnische aspecten. Niet wachten op één akkoord om daarna pas het volgende onderwerp aan te pakken, maar gelijktijdig stappen zetten.

Dat vraagt van alle betrokkenen een andere manier van werken én denken. Volgens Martens is die bereidheid er vaak wel, maar ontbreekt het nog te vaak aan duidelijkheid, lef of onderlinge afstemming.

Wat houdt woningbouwprojecten écht tegen?

Er is volgens Martens niet één oorzaak voor de vertraging bij grootschalige gebiedsontwikkelingen. De ene keer gaat het over infrastructuur, zoals ontbrekende aansluitingen op hoofdwegen of OV. Een andere keer zijn het bestuurlijke blokkades, netcongestie of zelfs het ontbreken van stroomvoorziening.

Toch zijn het niet altijd de inhoudelijke obstakels die de boel ophouden. Vaak draait het om de vraag wie de knoop durft door te hakken, wie wil investeren en wie bereid is om concessies te doen. Precies daar richt de ‘doorbraakaanpak’ zich op.

Ruimte voor maatwerk en voortschrijdend inzicht

Niet elke locatie uit de lijst van twintig beoogde doorbraakgebieden blijkt uiteindelijk geschikt. Sommige processen lopen sneller dan gedacht, andere stuiten op nieuwe bezwaren. Martens noemt de lijst dan ook dynamisch. De kracht zit in het maatwerk: per locatie zoeken naar een aanpak die past, zonder vast te houden aan een rigide sjabloon.

Er is ook geen universeel recept dat overal werkt. Soms zit de oplossing in betere samenwerking, soms in investeringen in mobiliteit, en soms gewoon in betere communicatie tussen partijen. Maar de wil om te versnellen is er, en dat biedt volgens Martens alle reden voor optimisme.

Eerste doorbraken al voor het eind van het jaar?

Martens is voorzichtig positief over de voortgang. Voor het einde van dit jaar zouden er op vijf locaties concrete doorbraken kunnen worden gerealiseerd. Daarmee komt de ambitie om binnen twee jaar 100.000 woningen op gang te brengen een stuk dichterbij.

Zijn uiteindelijke doel? De planfase van grote gebiedsontwikkelingen versnellen – nu nog goed voor een doorlooptijd van zeven tot tien jaar – en die tijd halveren. Door eerder knopen door te hakken, meer zaken parallel te organiseren en publieke en private investeringen beter op elkaar af te stemmen.

Bron: cobouw.nl