Buitenlandse beleggers lijden fors verlies op Chinees vastgoed

3 november 2025

Van goudmijn naar hoofdpijn

Het klonk ooit als een droomscenario: investeren in het snelgroeiende Chinese vastgoed. Miljarden stroomden richting torenhoge kantoren, moderne magazijnen en flitsende winkelcentra. Maar anno 2025 verandert die droom voor veel buitenlandse investeerders in een nachtmerrie. Leegstand in steden als Peking en Shanghai ligt tussen de 20% en 40% – en dat terwijl de prijzen flink dalen.

Internationale giganten als BlackRock, Carlyle en Blackstone proberen hun vastgoed weer van de hand te doen, vaak tegen afbraakprijzen. Alleen al in 2023 en 2024 werd voor zo’n 16 miljard dollar aan Chinees commercieel vastgoed gedwongen verkocht. En dat is niet zonder gevolgen: banken, investeerders én projectontwikkelaars blijven achter met de schade.

Verlies nemen of verder wegzakken

Inmiddels is het besef ingedaald dat wachten weinig oplevert. Hoe langer eigenaren hun vastgoed aanhouden, hoe groter de verliezen. De waarde van kantoren in de Chinese metropolen is sinds 2019 met zeker 40% gekelderd. En de vooruitzichten? Die zijn niet bepaald rooskleurig. Door de coronapandemie, deflatie en geopolitieke spanningen blijven huurders weg en durven kopers zich niet te wagen aan Chinese stenen.

Sommige beleggers zoeken hun heil nog bij Chinese staatsbedrijven, in de hoop dat deze met diepe zakken een uitweg bieden. Maar ook deze partijen wachten liever tot het stof is neergedaald.

Van prestigeproject naar zorgenkind

Een schoolvoorbeeld van hoe het mis kan gaan, is het ooit ambitieuze ‘Venetië aan zee’ van vastgoedgigant Evergrande. Een resort met kanalen, torens en een conferentiecentrum in Capitol-stijl belandde na het faillissement onder beheer van Oaktree Capital. Inmiddels wordt er weer gebouwd, maar de verkoop loopt stroef. Appartementen gaan van de hand voor minder dan de helft van de piekprijs. Zelfs met schreeuwerige billboards is het lastig kopers te vinden.

Een markt vol verrassingen – en niet de leuke soort

Tussen 2010 en 2020 werd in China ruim drie keer zoveel kantoorruimte gebouwd als in het decennium ervoor. In theorie goed nieuws, maar de markt kan deze groei niet bijbenen. Veel gebouwen staan leeg en de vraag blijft uit. Zo verkocht Carlyle onlangs een kantoortoren in Shanghai voor slechts 57% van de oorspronkelijke aankoopprijs. BlackRock zag zich genoodzaakt twee torens te verkopen met een stevige korting, maar zelfs daarna moest de koper verlies nemen.

De huurprijzen daalden in 2024 met bijna 7% – de grootste jaarlijkse daling ooit. En experts verwachten dat die dalende lijn voorlopig niet doorbroken wordt. Nieuwe kantoorruimte blijft tot zeker 2028 de markt overspoelen.

Het verloren decennium

De term ‘verloren decennium’ valt steeds vaker wanneer het gaat over de Chinese commerciële vastgoedmarkt. Analisten van Fitch en Oxford Economics zien weinig tekenen van herstel. Integendeel: er wordt verwacht dat de huurprijzen ook volgend jaar blijven dalen en dat de markt pas na 2030 weer op niveau komt. Dat maakt het voor buitenlandse partijen lastig om hun investeringen ooit nog winstgevend af te sluiten.

Voor vastgoedspelers in Europa is het misschien een ver-van-mijn-bedshow, maar de les is duidelijk: blind vertrouwen op groeimarkten kan duur uitpakken. Strategisch investeren betekent ook kunnen loslaten – en op tijd.

Bron: fd.nl