Bouwstroom WoonST versnelt woningbouw in Brabant
3 november 2025
Grootschalig bouwen met samenwerking als basis
In Zuidoost-Brabant laat WoonST zien dat het wél kan: sneller, efficiënter én kwalitatief goed bouwen. Deze bouwstroom, ontstaan uit samenwerking tussen dertien woningcorporaties en negen gemeenten in de Metropoolregio Eindhoven, bewijst dat gezamenlijke inkoop van gestandaardiseerde sociale huurwoningen daadwerkelijk helpt om tempo te maken.
Volgens Bas Sievers (Woonpartners) en Bart Manders, twee sleutelfiguren binnen WoonST, is het succes vooral te danken aan onderling vertrouwen en gedeelde doelen. “Kopieer ons niet,” waarschuwt Sievers, “maar werk wél samen.” Want wie denkt dat een vast recept bestaat voor het opzetten van een bouwstroom, komt bedrogen uit. Elk gebied vereist maatwerk – maar inspiratie mag uiteraard.
Van papier naar praktijk met industrieel bouwen
Inmiddels zijn er binnen WoonST 1.0 al duizend woningen gebouwd of in aanbouw, door onder meer BAM Wonen en Heijmans. In de tweede fase komen daar tot 2030 nog eens 2.500 duurzame en circulaire woningen bij. Deze worden gebouwd door Hurks en opnieuw BAM, waarbij het gaat om een mix van grondgebonden woningen en appartementen.
De sleutel tot succes? De schaal van de uitvraag maakt traditioneel bouwen praktisch onmogelijk. Daardoor blijven vooral conceptuele, industrieel producerende bouwers over. Hoewel prefab geen vereiste was, bleek het de enige haalbare weg. Gemeenten en welstandscommissies worden inmiddels actief geïnformeerd en meegenomen in het proces, wat merkbaar zorgt voor een soepelere gang van zaken.
Bekendheid en vertrouwen winnen tijd
Waar eerder scepsis over prefabwoningen heerste, maakt ervaring het verschil. Manders herinnert zich hoe een bezoeker bij een rondleiding door een opgeleverde woning verbaasd zei: “Het is net een normale woning.” Die herkenbaarheid helpt. Bekendheid met het concept versnelt ook het vergunningstraject en het gesprek met de gemeente.
Volgens Sievers is het cruciaal om als corporatie de lange adem te hebben. De bouwstroom moet niet alleen organisatorisch landen, maar ook in de hoofden van alle betrokkenen. Soms vraagt dat om compromissen, zoals bij het eerste project waar balkons kleiner moesten worden om te passen binnen het stedenbouwkundig plan. De les: vasthouden aan het proces is belangrijker dan alles tot op de millimeter afdwingen.
Samenwerking tussen gemeenten en corporaties als versneller
De kracht van WoonST zit niet alleen in de schaal of de bouwmethode, maar vooral in de unieke samenwerking tussen gemeenten en corporaties. Sievers benadrukt dat dit in andere regio’s vaak ontbreekt – en dat is volgens hem “jammer, bijna kwalijk”. De gemiddelde doorlooptijd van projecten is zeven jaar, waarvan vijf jaar aan gemeentelijke procedures. Juist dáár valt dus veel winst te behalen.
WoonST profiteert ook van collectieve inkoop. Hoewel Sievers het woord ‘goedkoper’ liever vermijdt, spreekt hij wel van “fundamenteel minder duur”. Het systeem werkt schaalvoordelen in de hand, zonder concessies te doen aan kwaliteit of duurzaamheid.
De weg naar een sectorbrede standaard
Met WoonST 2.0 nog in volle gang, lonkt een logische derde fase. Maar Sievers ziet het niet als doel op zich. Zijn grotere wens? Dat de woningbouw zich ontwikkelt zoals de auto-industrie: met een transparante catalogus van woningtypes, opties en prijzen. Zo ver is het nog niet, al zet de Conceptenboulevard stappen in die richting.
Dat WoonST in Brabant goed van de grond is gekomen, komt mede door een conflict uit het verleden over grondprijzen. Die botsing dwong gemeenten en corporaties om het gesprek aan te gaan – en dat leidde tot duurzame samenwerking. De kunst is nu om ook bij bestuurlijke wisselingen vast te houden aan deze koers.
Bron: cobouw.nl