Betalen voor beloftes: een klein fortuin verloren met verbouwing

2 september 2025

Veel geld overgemaakt, maar weinig te zien

Steeds meer juridische procedures onder aannemersVol vertrouwen begon Robin aan zijn grote verbouwing. Zijn nieuwe woning, een vrijstaande kluswoning in een dorp vlak bij de Duitse grens, zou met hulp van een lokale aannemer compleet worden opgeknapt. Maar nadat hij in korte tijd ruim €145.000 had overgemaakt voor materiaal en werkzaamheden, begon het te knagen.

Een bouwkundig expert bevestigde zijn vermoeden: de uitgevoerde werkzaamheden bleken amper €25.000 waard. Er zat nog geen stopcontact in de muur, geen toiletpot in de badkamer en veel materialen waren niet geleverd. Robin besloot zijn betalingen tijdelijk te staken, in afwachting van duidelijkheid. Daarop haalde de aannemer direct het zwaarste juridische middel van stal: het retentierecht.

Retentierecht als pressiemiddel bij bouwconflict

Door het inroepen van dit recht kon Robin zijn eigen huis niet meer in. De aannemer had de sloten vervangen en het werk stilgelegd. Volgens hem was Robin in gebreke gebleven door niet meer te betalen. In de rechtszaal presenteerde de aannemer zichzelf als het échte slachtoffer: zijn mensen konden niet aan het werk en zijn bedrijf leed schade.

Opvallend was dat er nauwelijks onderbouwing was voor de eerder gestuurde facturen. De aannemer weigerde inkoopfacturen, betaalbewijzen of urenstaten te overleggen. Volgens hem had Robin daar simpelweg “niets mee te maken”.

De rechter grijpt in en eist transparantie

De rechter kon weinig met de zogeheten betaalschema’s die de aannemer aanvoerde als verantwoording. Ook zij vond het onduidelijk hoe de bedragen tot stand waren gekomen en toonde begrip voor Robins wantrouwen. Na een urenlange zitting volgde uiteindelijk de uitspraak: het retentierecht moest direct vervallen en Robin kreeg weer toegang tot zijn woning.

Daarnaast moet de aannemer volledig inzicht geven in alle kosten: van inkoopfacturen tot urenstaten en onderaannemers. En, belangrijker nog, de verbouwing moet worden afgerond. Uiterlijk op 1 december moet de woning worden opgeleverd, binnen de afgesproken aanneemsom van €205.203,04.

Wat deze zaak laat zien over faalkosten en bouwrisico’s

De rechtszaak werpt een helder licht op een risico dat in bouwprojecten vaker opduikt: een gebrek aan transparantie en vertrouwen. Zeker bij particuliere verbouwingen is het cruciaal om duidelijke afspraken te maken over betaling, oplevering en onderbouwing van kosten. Want als de relatie tussen opdrachtgever en aannemer eenmaal verstoord is, kan dat leiden tot maanden vertraging, juridische conflicten en hoge faalkosten.

Voor iedereen die actief is in de woningbouw of renovatiemarkt — of daarin investeert — laat deze casus zien hoe belangrijk heldere communicatie en aantoonbare kostenopbouw zijn. Niet alleen om juridische problemen te voorkomen, maar ook om projecten beheersbaar en binnen budget te houden.

Bron: fd.nl