Vergrijzing vraagt om visie op wonen, werk en leefomgeving

12 september 2025

Een groeiende groep ouderen verandert het hele ruimtelijke speelveld

Toename aantal senioren vraagt om krachtig woningbeleid in komende decenniaDe politiek heeft het druk met migratie, bestaanszekerheid en woningtekort, maar vergeet intussen een thema dat alle andere overstijgt: vergrijzing. Binnen vijftien jaar is een kwart van de Nederlandse bevolking 65-plus. Geen marginaal onderwerp dus, maar een fundamentele uitdaging die invloed heeft op wonen, werk, zorg, mobiliteit en leefomgeving.

Volgens Jet Bussemaker, voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, is het onbegrijpelijk dat de vergrijzing nog zo verkokerd wordt benaderd. In het nieuwe RVS-rapport Het rimpeleffect stelt zij dat er een integrale visie nodig is, over beleidsdomeinen heen. Want vergrijzing raakt niet alleen het zorgbeleid – het raakt letterlijk elke straat, elk dorp en elk woonplan.

Wonen voor ouderen is meer dan stenen stapelen

De doelstelling om tot 2030 maar liefst 290.000 ouderenwoningen te bouwen klinkt indrukwekkend, maar is slechts een deel van het verhaal. Want als die woningen staan in wijken zonder dokter, supermarkt of bushalte, dan wordt zelfstandig wonen alsnog een uitdaging.

Bussemaker wijst erop dat wonen óók draait om leefomgeving. Goede looproutes, zitbankjes, nabijheid van voorzieningen – het zijn juist die details die bepalen of mensen prettig oud kunnen worden in hun wijk. En daar moet veel meer aandacht voor komen bij gebiedsontwikkeling.

Woonbeleid zonder voorzieningen ondermijnt leefbaarheid

In krimpgebieden verdwijnen voorzieningen vaak het eerst: de bibliotheek sluit, de pinautomaat verdwijnt en de laatste bus verdwijnt uit de dienstregeling. Terwijl uitgerekend daar relatief veel ouderen wonen. Provincies lijken daar nu iets aan te willen doen, door zelf weer openbaar vervoerbedrijven te mogen oprichten.

In de Achterhoek ontstaan inmiddels initiatieven voor woonzorgzones, waarbij ouderen uit afgelegen gebieden kunnen verhuizen naar dorpskernen met meer voorzieningen. Zo wordt thuiszorg efficiënter en blijven kleine gemeenschappen leefbaar.

Maar Bussemaker waarschuwt ook: “Niet alle ouderen willen verhuizen.” Dus moet je óók investeren in de aantrekkelijkheid van de plekken waar ze nu wonen – en dat hoeft niet alleen voor ouderen goed uit te pakken. Wat goed is voor ouderen, is vaak ook prettig voor gezinnen en jongeren.

Beleid schuurt als het elkaar in de weg zit

Bussemaker spreekt van ‘botsend beleid’. Neem de oproep aan burgers om meer uren te werken, terwijl ze tegelijk geacht worden meer mantelzorg te leveren. Of gemeenten die nieuwbouw plannen zonder rekening te houden met bereikbaarheid of sociale cohesie.

Volgens de RVS kan het anders: geef mantelzorgers bijvoorbeeld fiscaal voordeel, of steun werkgevers die medewerkers helpen met tijdsbesparing, zoals een boodschappendienst. Zelfs culturele programma’s kunnen bijdragen aan de mentale veerkracht van ouderen én hun mantelzorgers.

Niet wachten op politiek, maar bouwen op de samenleving

Of de politiek klaar is voor een ‘grote visie’? Bussemaker blijft diplomatiek. Maar ze wijst erop dat het ook anders kan: begin met maatschappelijke thema’s in plaats van alleen departementen bij formaties te betrekken. En geef ministers de ruimte om domein-overstijgend te werken.

Ondertussen gebeurt er lokaal al veel. Denk aan dorpswinkels die door vrijwilligers worden gerund, buurtvervoer met vrijwillige chauffeurs en buurthuizen waar ouderen én jongeren samenwerken. De overheid moet die energie niet in de weg zitten, maar ondersteunen. Want ouderen zijn niet alleen zorgvragers – ze zijn vaak ook de stille kracht achter lokale leefbaarheid.

Bron: nrc.nl