Nieuwe doelen voor circulaire economie scherper geformuleerd
21 oktober 2025
Nieuwe doelen voor circulaire economie scherper geformuleerd
 De actualisatie van het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) heeft geleid tot concretere doelen, maar zorgt tegelijkertijd voor verdeeldheid. Volgens de nieuwe plannen moet Nederland in 2035 15% minder grondstoffen gebruiken dan in 2016. Daarmee wordt het eerdere, onhaalbare streven naar halvering van het gebruik van primaire grondstoffen in 2030 vervangen door wat het ministerie zelf een “realistischer koers” noemt.
De actualisatie van het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) heeft geleid tot concretere doelen, maar zorgt tegelijkertijd voor verdeeldheid. Volgens de nieuwe plannen moet Nederland in 2035 15% minder grondstoffen gebruiken dan in 2016. Daarmee wordt het eerdere, onhaalbare streven naar halvering van het gebruik van primaire grondstoffen in 2030 vervangen door wat het ministerie zelf een “realistischer koers” noemt.
Hoogleraar Ester van der Voet van de Universiteit Leiden prijst de meer onderbouwde aanpak. De nieuwe doelen maken onderscheid tussen verschillende grondstoffensoorten en schuiven de deadline op naar 2035, mét tussendoelen voor 2030. Dat maakt het beleid volgens haar bruikbaarder voor sectoren zoals de bouw.
Grote rol voor circulaire bouwmaterialen en hergebruik
Voor de bouwsector is er nu meer houvast. In plaats van alleen sturen op minder gebruik van grondstoffen, ligt de focus ook op het beter hergebruiken van materialen. Het recyclen van bouw- en sloopafval – momenteel vaak laagwaardig – moet in de komende jaren kwalitatief beter worden.
Volgens Van der Voet liggen hier kansen. Doelen als 10% hoogwaardig hergebruik van bouwafval in 2030 en meer inzet van biobased materialen zijn haalbaar, mits er voldoende ondersteuning en sturing komt.
‘Wettelijke stok achter de deur ontbreekt’
Toch klinkt er stevige kritiek. Jan Willem van de Groep van Building Balance, een organisatie die biobased bouwen stimuleert, ziet de nieuwe koers eerder als een vertraging dan als een versnelling. Door de vijf jaar extra tijd en het ontbreken van harde verplichtingen verdwijnt volgens hem de urgentie.
Ook het verleggen van de focus van grondstofreductie naar recyclingpercentages noemt hij zorgelijk. Het ontneemt druk bij ontwerp, bouwlogistiek en materiaalkeuzes – precies daar waar juist de meeste winst valt te behalen.
Vrijblijvend beleid maakt opschalen lastig
De kritiek beperkt zich niet tot de bouw. Ook het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uitte eerder al twijfels over de haalbaarheid van de oorspronkelijke doelen, en noemt de nieuwe versie van het NPCE “beleidsarm”. Hoewel het programma beter recht doet aan de complexiteit van circulariteit, mist het volgens het PBL financiële prikkels en concrete sturing.
Volgens Van de Groep is het zonder wetgeving lastig voor ondernemers in circulaire en biobased sectoren om investeerders te overtuigen. Hij pleit daarom voor een specifieke Circulariteitswet, die kaders en verplichtingen oplegt. “Zonder die stok achter de deur blijft circulair bouwen vooral een wens, geen norm.”
Bron: fd.nl