Rijswijk neemt eigen initiatief voor de bouw van huurwoningen

29 juni 2021

De Zuid-Hollandse gemeente Rijswijk gaat deelnemen in een woonfonds dat 100 woningen met een middenhuurprijs gaat exploiteren. De gemeente verkoopt daarvoor grond aan projectontwikkelaars. Als de woningen klaar zijn worden ze gekocht door de gemeente en vervolgens verhuurd. Het doel is om op deze manier mensen te helpen die tussen wal en schip vallen op de verhitte woningmarkt in Nederland. Deze constructie is vrij ongebruikelijk voor gemeenten. Wethouder Johanna Besteman (Wonen) van Rijswijk constateert dat het aanbod betaalbare woningen achterblijft. De groep die te veel verdient om in aanmerking te kunnen komen voor een sociale huurwoning en te weinig om te kunnen kopen is geholpen met dit initiatief, licht ze toe.

Rijswijk neemt eigen initiatief voor de bouw van huurwoningen

Rendement over 15 jaar

De gemeente Rijswijk participeert voor 25% in het woonfonds, dat daarnaast bestaat uit andere investeerders. Banken staan garant voor 18 miljoen van de benodigde 30 miljoen. Er worden zowel appartementen als eengezinswoningen gebouwd. De bedoeling is dat er na 15 jaar rendement kan worden uitgekeerd uit de verhuur. Dit geld kan de gemeente dan weer investeren in de stad. Aan de instemming met de plannen door de gemeenteraad is een uitgebreide analyse van de financiële risico’s voorafgegaan.

Grote schaarste op de woningmarkt in Zuid-Holland

De woningnood in de provincie Zuid-Holland is groot. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) pleitte er daarom eerder al voor om ook in groene gebieden in deze provincie te gaan bouwen. Projectontwikkelaars geven echter aan dat snel bouwen op de meeste locaties niet mogelijk is. Minister Kajsa Ollongren van BZK, waar de woningmarkt onder valt, heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat er voor de woningmarkt de komende 20 jaar circa 1 miljard euro per jaar nodig is voor het bouwen van honderdduizenden nieuwe woningen en het realiseren van de bijbehorende infrastructuur. Een besluit over het wel of niet laten doorgaan van deze investering is aan een volgend kabinet.

Bron: Cobouw