Woningnood in Nederland: noodgedwongen nog steeds op kamers op je 35e

22 april 2021

De woningnood in Nederland is nog steeds groot. Vooral starters op de huizenmarkt hebben het enorm lastig. Gijs van der Sanden is 35 jaar en afgestudeerd. Hij droomt al jaren van ‘een eigen huis, een plek onder de zon’, zoals René Froger het zo treffend zingt. Maar die plek zit er voorlopig niet in. Hij woont nog steeds samen met huisgenoten, net als in zijn studententijd. Een eigen huis zit er voorlopig niet in.

Huren is te duur, kopen onmogelijk

Gijs werkt als zzp’er en valt daardoor overal buiten de boot. Vanwege zijn studieschuld is een huis kopen geen optie. Dat zou alleen kunnen als zijn ouders financieel kunnen bijspringen. Die mogelijkheid is er niet. Omdat hij werkt als zzp’er heeft hij bovendien te maken met een wisselend inkomen. Voor een sociale huurwoning is zijn jaarinkomen te hoog. Maar huren in de vrije sector kan ook niet. De huren zijn zo hoog dat hij dat niet kan opbrengen. Verhuurders eisen een maandinkomen van 4x de huurprijs, en dat is onhaalbaar.

Woningnood in Nederland noodgedwongen nog steeds op kamers op je 35e

300.000 huishoudens hebben geen eigen woonruimte

Onderzoeksbureau ABF zocht in opdracht van de overheid uit hoeveel gezinnen graag een eigen woonruimte zouden hebben maar voor wie dat nu niet haalbaar is. Het gaat om ruim 300.000 huishoudens. Het gaat niet alleen om singles maar ook om stellen en gezinnen. De woningnood in Nederland heeft volgens Gijs echter ook voordelen. Het wonen in een woongroep, zoals hij doet, betekent dat bepaalde kosten worden gedeeld. Een wasmachine of fornuis wordt gezamenlijk aangeschaft. De groep gaat goed met elkaar om, dus als je ziek bent en geen boodschappen kunt doen dan is er altijd wel iemand die dat voor je wil regelen.

Millennials zitten in een vacuüm

Van der Sanden droomt nog steeds van een eigen plek. Hij deelt nu 8 jaar zijn leven met zijn huisgenoten en begint het te ontgroeien. Hij wil een volgende stap zetten, een stap naar een zelfstandige woonruimte. Maar of dat ooit gaat lukken is de vraag. De flexibele arbeidsmarkt, waar niemand meer een vast contract voor onbepaalde tijd heeft en velen moeten rondkomen van een inkomen dat voor een groot deel opgaat aan woonlasten, biedt nu niet bepaald een rooskleurig vooruitzicht. Gijs hoopt nog steeds dat zijn droom ooit uitkomt. Een eigen huis hoeft niet groot te zijn, als er maar plaats is voor zijn boekenkast en als zijn kat er maar gelukkig wordt. Hij hoopt dat het nieuwe kabinet, dat hopelijk in 2021 aan de slag gaat, erin zal slagen om de woningmarkt in Nederland nieuwe impulsen te geven.

Bron: NRC Next