Overheid succesvol bij weren particuliere vastgoedbeleggers

Het lijkt er op dat de maatregelen die de overheid instelt om particuliere vastgoedinvesteerders te weren van de woningmarkt, succesvol is. De overheid wil investeerders weren van de woningmarkt. Door de krapte verdringen zij met name starters die op zoek zijn naar een huis.

Opkoopbescherming

In 2021 werd de overdrachtsbelasting voor beleggers al fors verhoogd naar 8%. Sinds 2022 hebben gemeenten de mogelijkheid om gebruik te maken van de opkoopbescherming. Die maatregel voorziet in de optie om woningen tot een bepaalde WOZ-waarde uit te sluiten voor verkoop aan beleggers. Met name particuliere vastgoedinvesteerders waren geïnteresseerd in deze woningen om ze te kunnen verhuren. In de eerste zes maanden van 2022 daalde het aantal aan investeerders verkochte bestaande koopwoningen flink. Voordat per 1 januari 2021 de overdrachtsbelasting voor particuliere vastgoedbeleggers omhoog ging, werd een record aan woningen door hen gekocht. In Den Haag ging het daarbij om meer dan de helft van de beschikbare woningen, in Amsterdam was dat 35%.

Investeerders zoeken naar andere opties

De maatregelen die worden genomen om particuliere investeerders te weren zijn duidelijk te zien. In Amsterdam daalde hun aantal van 17 naar 9%. Investeerders doen nu vooral zaken in gemeenten die geen opkoopbescherming hanteren of zoeken hun heil voor investeringen in andere zaken. Vooral in de grote steden, die vrijwel allemaal de opkoopbescherming hebben ingevoerd, is een duidelijke daling te zien van het aantal woningen dat aan investeerders wordt verkocht. Bij een opkoopbescherming geldt doorgaans een eigen woonverplichting van vier jaar. Pas daarna mag de woning eventueel worden verhuurd.

Bron: Het Financieele Dagblad