Bouwdip minder erg dan verwacht, maar plannen blijven nodig
23 januari 2025
Minder nieuwe woningen, maar daling valt mee
In 2024 zijn er 82.000 woningen opgeleverd in Nederland, een daling van 6.000 ten opzichte van het jaar ervoor. Hoewel dit op een bouwdip wijst, is de terugval minder groot dan eerder werd gevreesd. Volgens de jaarlijkse Staat van de Volkshuisvesting van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening was de verwachting dat er slechts 78.400 woningen gerealiseerd zouden worden. Ondanks deze meevaller blijft de woningbouw in 2025 naar verwachting nog in een dip.
Er is hoop dat de woningbouw vanaf 2026 weer zal aantrekken. Het ministerie verwacht dat het realiseren van 100.000 nieuwe woningen per jaar dan “in zicht” komt, mits de huidige plannen en ambities op koers blijven.
Plancapaciteit biedt mogelijkheden, maar niet zonder uitdagingen
Volgens het ministerie is er tot en met 2030 voldoende plancapaciteit voor heel Nederland: in totaal zijn er plannen voor 1.021.500 woningen. Hiermee lijkt het doel van 100.000 nieuwe woningen per jaar haalbaar tot en met 2030. Maar voor de periode na 2030 zijn extra plannen nodig om dit tempo vast te houden.
De vraag blijft echter of deze plancapaciteit ook daadwerkelijk leidt tot de bouw van het gewenste aantal woningen. Provincies moeten kritisch kijken naar de haalbaarheid van hun bouwplannen. Zo liet gedeputeerde Jelle Beemsterboer (BBB) van Noord-Holland weten dat een recente “reality check” in zijn provincie uitwees dat er slechts 120.000 woningen gerealiseerd kunnen worden tot en met 2030, in plaats van de eerder geraamde 140.000 woningen. Volgens Beemsterboer is dit een signaal dat de bouwdoelen niet zonder meer gehaald zullen worden. Hoe de bouwplannen in andere provincies ervoor staan, is nog niet duidelijk.
Transformatie en splitsing als belangrijke aanvulling
Naast nieuwbouw speelt ook het hergebruiken van bestaande gebouwen een rol in het woningaanbod. Het ministerie meldt dat 15 tot 20 procent van de jaarlijkse woningbouwopgave wordt ingevuld door het splitsen van bestaande woningen, transformaties en andere verbouwvormen. In 2023 kwamen op deze manier 14.518 woningen tot stand. Deze alternatieve vormen van woningbouw bieden een waardevolle aanvulling, maar kunnen niet volledig opboksen tegen de noodzaak van grootschalige nieuwbouw.
Meer plannen nodig voor na 2030
Landelijk lijkt er nu voldoende plancapaciteit om de doelen tot en met 2030 te halen, met een overschot van 126 procent. Toch benadrukt het ministerie dat provincies vooruit moeten blijven denken en aanvullende plannen moeten ontwikkelen. Na 2030 blijft er namelijk een forse woningvraag bestaan, en zonder extra voorbereidingen zal het realisatietempo van 100.000 woningen per jaar niet haalbaar blijven.
Het rapport benadrukt dat samenwerking tussen gemeenten, provincies en projectontwikkelaars cruciaal is om de bouwproductie op niveau te houden. Dit vraagt om niet alleen harde bouwplannen, maar ook een focus op vergunningen en een soepele realisatie van projecten.
Bron: cobouw.nl