Geen tijd verliezen met nieuwe woningbouwplannen
1 december 2025
Woningnood als dagelijkse drijfveer
Op de twintigste verdieping van het ministerie van Volkshuisvesting in Den Haag ligt bij Chris Kuijpers een opvallende scheurkalender op tafel. Geen planning of beleid, maar gezichten van woningzoekenden. Dag na dag herinnert deze kalender hem en zijn collega’s aan voor wie ze het doen.
“Jongens, voor deze mensen doen we het,” zei hij eerder bij de uitreiking van de kalender. Want hoewel Kuijpers jarenlang ambtelijke ervaring heeft, blijft hij de urgentie voelen. Met een woningtekort van bijna 400.000 is de boodschap simpel: er moet gebouwd worden, en snel ook.
Opnieuw opbouwen wat ooit werd afgebroken
Kuijpers zag van dichtbij hoe het ministerie van Volkshuisvesting onder Rutte I werd opgeheven en hoe het beleid daarna jarenlang op een laag pitje stond. “Er werd gezegd: Nederland is af,” blikt hij terug. De wederopbouw van het ministerie – én van het volkshuisvestingsbeleid – kostte tijd en mankracht. Niet alleen bij het Rijk, maar ook bij gemeenten, provincies, corporaties en marktpartijen liet de afbouw diepe sporen na.
Vanaf 2024 staat het ministerie volgens Kuijpers eindelijk weer op volle sterkte. Maar dat wil niet zeggen dat het nu vanzelf loopt. Wisselingen van ministers door kabinetsvallen helpen ook niet mee. Toch merkt Kuijpers weinig van de demissionaire status. “We hebben onlangs nog ruim drie miljard vrijgemaakt voor woningbouw en infrastructuur.”
Van praten naar uitvoeren
Het gaat nu niet meer om plannen maken, maar om bouwen, benadrukt Kuijpers. “Realisatie is de volgende opgave.” Hij wijst op alle maatregelen die al zijn genomen: woondeals, wetgeving, financiering, versnellingstafels. Toch blijven projecten soms onnodig lang hangen in overleg. “Men is het eens dat er woningen moeten komen, maar discussieert dan eindeloos over invulling en kosten.”
Daarom stuurt hij soms bemiddelaars zoals voormalig deltacommissaris Wim Kuijken om vastgelopen projecten vlot te trekken. Met resultaat, bijvoorbeeld in de Zuidplaspolder en Leusden. Een vleugje humor kan daarbij geen kwaad: “Meestal zijn het wijze, oude mannen,” grapt Kuijpers.
Focus op bestaande plannen, niet op politieke luchtkastelen
De roep van politici om tien nieuwe steden, zoals geopperd door Rob Jetten, wuift Kuijpers niet direct weg, maar hij plaatst wel kanttekeningen. “Mits de locaties goed gekozen zijn.” Toch waarschuwt hij voor het telkens weer wijzigen van koers. Dat leidt tot stilstand in plaats van versnelling.
Volgens Kuijpers zijn er al voldoende locaties aangewezen voor woningbouw: 21 grootschalige en meer dan honderd regionale. “De markt klaagde over gebrek aan locaties. Die zijn er nu. De vraag is niet wáár, maar hóe.” Problemen zoals stikstof en netcongestie moeten opgelost worden, maar dat ontslaat niemand van de plicht om nu al te doen wat wel kan.
Industriële bouw verdient meer steun
Het failliet van enkele woningfabrieken noemt Kuijpers “tragisch”. Hij pleit voor nieuwe impulsen om industrialisatie in de woningbouw te stimuleren. Aanbestedingen voor duizenden woningen kunnen hierbij helpen, maar dan wel mét beschikbare locaties. Ook gemeenten en corporaties kunnen meer doen door gezamenlijke bouwstromen op te zetten.
Hij ziet kansen om op regionale schaal fabriekswoningen in te zetten op de bestaande woningbouwlocaties. Daarmee kan sneller en goedkoper gebouwd worden, iets wat hard nodig is in de huidige markt.
Meer doen met wat we al hebben
Naast nieuwbouw ziet Kuijpers ook ruimte in de bestaande woningvoorraad. Splitsen, optoppen en efficiënter gebruik maken van bestaande panden zijn volgens hem onderbenutte mogelijkheden. Wel pleit hij voor centralisering, omdat versnippering en capaciteitsproblemen bij gemeenten zorgen voor vertraging.
Daarmee grijpt hij deels terug op het Vinex-model. Niet alles ging toen goed, maar de intensieve samenwerking tussen overheid en markt was een kracht die we volgens Kuijpers opnieuw moeten opbouwen.
De energie van een crisis benutten
Chris Kuijpers combineert sinds 2025 zijn rol als secretaris-generaal met die van directeur-generaal Volkshuisvesting en Bouwen. Vanuit zijn ervaring weet hij dat juist in crisistijd het verschil gemaakt kan worden. “Op goede momenten kan iedereen besturen. Maar in moeilijke tijden moet je echt laten zien wat je kunt.”
Of het nu gaat om voortgang in vastgelopen projecten of een duwtje voor industriële woningbouw: de focus ligt op actie. Niet op het najagen van dromen, maar op het waarmaken van de plannen die er al liggen.
Bron: cobouw.nl