Politiek en experts verdedigen nut van woningbouwsubsidie

Discussie over effectiviteit woningbouwsubsidie laait op

De Woningbouwimpuls (Wbi), een subsidiepot van ruim 1,3 miljard euro bedoeld om woningbouwprojecten vlot te trekken, ligt onder het vergrootglas. De Algemene Rekenkamer concludeerde onlangs dat het geld nauwelijks effect heeft gehad op de snelheid van woningbouwprojecten.

Toch is het beeld in het veld anders. Gemeenten, ministeries en ontwikkelaars benadrukken dat juist dankzij deze regeling een groter aandeel betaalbare woningen kon worden gerealiseerd. En dat is, zeker in de huidige markt, een doel op zich.

Geen versnelling, wél betaalbare woningen

Het rapport van de Rekenkamer stelt dat de bouw niet sneller op gang kwam door de subsidie. Ook het totaal aantal gerealiseerde woningen lijkt niet structureel hoger dan in projecten zonder bijdrage.

Maar op één punt is het effect wél aantoonbaar: het aandeel betaalbare woningen binnen de projecten die Wbi-geld ontvingen ligt beduidend hoger. En dat is precies waar veel gemeenten de regeling voor nodig hadden, gezien de hoge bouwkosten en beperkte financiële ruimte.

Politieke steun blijft groot

De kritiek op het rapport kwam snel. Politieke steun voor de Wbi is er nog steeds, over de volle breedte van het spectrum. De regeling werd geïntroduceerd door minister Ollongren (D66), en later voortgezet door Hugo de Jonge (CDA) en recentelijk Mona Keijzer (BBB).

Keijzer uitte stevige kritiek op de methode van de Rekenkamer: het is volgens haar onmogelijk om een project mét subsidie te vergelijken met een project zonder subsidie, omdat de contexten veel te verschillend zijn. De vergelijking zou daardoor te kort door de bocht zijn.

Gemeenten herkennen zich niet in het beeld

Ook vanuit het veld klinken reacties. Secretaris-generaal Chris Kuijpers van het ministerie van Volkshuisvesting stelt dat gemeenten en ontwikkelaars zelden tot betaalbare woningbouw overgaan zonder een bijdrage uit het Wbi-fonds.

De Almeerse wethouder Paul Tang is nog stelliger. Hij wijst op de scheve vergelijking in het rapport: 82 gesubsidieerde projecten werden vergeleken met slechts vijftien projecten die geen Wbi-steun kregen. Volgens hem is dat veel te mager om conclusies op te baseren. Toeval en context spelen een te grote rol, vindt hij.

Subsidie blijft onmisbaar voor volkshuisvesting

Ondanks de beperkingen van de regeling lijkt er brede consensus te bestaan over één ding: zonder overheidssteun komt betaalbare woningbouw lastig van de grond.

De onrendabele top in veel projecten is simpelweg te groot om zonder hulp van het Rijk te overbruggen. Zeker nu bouwkosten blijven stijgen en veel gemeenten met krappe begrotingen werken, blijft de Woningbouwimpuls voor veel partijen een cruciaal instrument om het aandeel betaalbare woningen op peil te houden.

Bron: cobouw.nl