Subsidie voor woningbouw levert te weinig op, zegt Rekenkamer

6 oktober 2025

Woningbouwsubsidie mist het doel

Waarom we moeten blijven bouwen binnen de stadsgrenzenDe miljardensteun die het Rijk via de Woningbouwimpuls (Wbi) in de woningmarkt pompt, zorgt nauwelijks voor snellere nieuwbouw. Dat stelt de Algemene Rekenkamer na een kritische doorlichting. De belangrijkste subsidie voor woningbouwprojecten lijkt haar doel grotendeels voorbij te schieten.

Volgens het rapport leidt de Wbi slechts beperkt tot méér woningen en zijn de beloften rondom snelheid en effectiviteit te ambitieus gebleken. Op papier moet de regeling gemeenten helpen jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te realiseren, met extra aandacht voor betaalbare woningen. In de praktijk blijven de resultaten achter.

Vertraging troef bij Wbi-projecten

Tussen 2020 en 2024 werd ruim €2,25 miljard voor de Wbi gereserveerd, waarvan gemeenten inmiddels €1,39 miljard hebben ontvangen voor 215 projecten. Maar liefst 61% van deze projecten kwam drie jaar na toekenning nog niet eens tot de eerste heipaal. Slechts één keer werd subsidie teruggevorderd, ondanks het stelselmatig overschrijden van deadlines.

Opvallend genoeg ligt het aandeel vertraagde projecten bij Wbi hoger dan bij vergelijkbare projecten zonder subsidie. De Rekenkamer stelt daarbij dat capaciteit binnen gemeenten en de bouwsector slechts één keer kan worden ingezet. Daarmee is het de vraag of de Wbi-projecten niet simpelweg andere bouwprojecten verdringen, in plaats van het totaal aan woningen te vergroten.

Betaalbaarheid wél een pluspunt

Toch is er ook een positief geluid: de Wbi maakt het mogelijk om meer betaalbare woningen te realiseren. Door de regeling kunnen gemeenten een deel van de zogenaamde ‘onrendabele top’ afdekken. Vooral projecten met middenhuur en betaalbare koopwoningen profiteren hiervan.

Wel plaatst de Rekenkamer kanttekeningen bij de langetermijneffecten. Er is onvoldoende duidelijk hoe de overheid deze woningen betaalbaar houdt ná oplevering. Vooral bij projecten buiten de sociale huursector blijft dat een grijs gebied.

Te ambitieus instrument of verkeerde inzet?

De kritiek van de Rekenkamer komt niet uit het niets. Eerder trok ook het Centraal Planbureau al vergelijkbare conclusies: rijkssteun leidt lang niet altijd tot extra nieuwbouw, en bij stijgende woningprijzen kan het effect zelfs averechts zijn. Het geld belandt dan vooral in hogere grondprijzen.

Volgens de Rekenkamer moet het kabinet keuzes maken. Ofwel de Wbi fundamenteel herzien tot een breed inzetbaar instrument voor betaalbare woningbouw, of juist sterk versmallen tot een gerichte regeling voor complexe projecten met een specifiek doel.

Minister Keijzer pareert kritiek

Demissionair minister Mona Keijzer is het niet overal mee eens. In een reactie stelt zij dat projecten met en zonder Wbi lastig te vergelijken zijn, omdat de uitgangssituaties vaak verschillen. Toch erkent zij dat er ruimte is voor verbetering en neemt zij enkele aanbevelingen van de Rekenkamer mee in de voorbereidingen voor een nieuwe subsidieronde.

Bron: fd.nl