Een leven lang bouwen aan vrijheid – Hertzberger’s strijd voor ruimte met betekenis
21 juli 2025
Architectuur als voorziening, geen façade
Op zijn 93ste is Herman Hertzberger nog altijd onvermoeibaar als het gaat om zijn missie: architectuur moet de mens dienen. Niet als esthetisch decor of rendementsmachine, maar als een sociale voorziening die ruimte biedt voor ontmoeting, verwondering en vrijheid. In zijn nieuwste (en vermoedelijk laatste) boek Shaping Freedom maakt hij de balans op van een leven lang bouwen aan ‘onbestemde ruimte’. Ruimte die niet van tevoren vastligt, maar door gebruikers zelf betekenis krijgt.
Voor Hertzberger is vrijheid nooit vrijblijvend geweest. Het is een fundamentele ontwerpopgave. In zijn visie moet een gebouw niet alleen beschutting bieden, maar vooral mogelijkheden creëren voor verbinding — met buren, collega’s, voorbijgangers. Zijn hele oeuvre is een zoektocht naar die tussenruimte waarin onverwachte interactie kan ontstaan.
De onzichtbare luxe van onbestemde ruimte
Tegenwoordig zijn woongebouwen te vaak niets meer dan ‘opbergdozen’, aldus Hertzberger. Functioneel misschien, maar volledig gespeend van sfeer, flexibiliteit en sociale betekenis. “Als mensen al een balkon krijgen, is het net groot genoeg voor een vuilniszak,” zegt hij met een mengeling van woede en verwondering.
Zelf woont hij al decennia aan het Sarphatipark in Amsterdam, in een huis dat wél die ruimte en verbinding biedt. Niet alleen voor hemzelf, maar ook voor de student op de bovenverdieping en de voorbijgangers in het park. Het huis is zijn eigen bewijs dat wonen meer kan zijn dan vier muren en een voorschrift.
Een betonnen rots vol vrijheid
Zijn bekendste werk, het kantoorgebouw van Centraal Beheer in Apeldoorn, is daar een krachtig voorbeeld van. Gebouwd in de jaren ’70 als een structuur van kubussen met open verbindingen, wandelgangen en onverwachte ontmoetingsplekken. Destijds revolutionair en nog steeds actueel. Toch staat het gebouw al jaren leeg. Ontwikkelaars zien het als een ‘te platte pannenkoek’ – moeilijk in te passen in Excel-sheets en verdienmodellen.
Voor Hertzberger is het juist een test: bewijst dit gebouw na al die jaren nog steeds zijn waarde? Niet in rendement, maar in gebruikskwaliteit. Helaas zien investeerders die onbestemde ruimte vaak als overbodige luxe — of erger nog: verliespost.
Geld als dominante taal
Het irriteert hem mateloos dat alles tegenwoordig in geld wordt uitgedrukt. “De waarde van iets wordt niet uitgedrukt in zeldzaamheid, nieuwigheid of betekenis, maar in euro’s.” Dat sentiment geldt niet alleen voor kunst, maar ook voor gebouwen. Juist die ruimte die niet direct rendeert — zoals brede gangen, nissen, pleinen of gemeenschappelijke trappen — is essentieel voor menselijk contact.
En dat is precies waar Hertzberger zich tegen blijft verzetten. Al sinds zijn eerste ontwerpen zoekt hij slimme manieren om ‘tussenruimte’ binnen te smokkelen. Hij noemt het ‘architectuur als smokkelwaar’, geleend van zijn leermeester Aldo van Eyck.
Vrijheid moet je vormgeven
Zijn architectuur is diep gevormd door zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij groeide op in Amsterdam in een Joods gezin en leerde al jong wat het betekent om vrijheid te missen. Sindsdien is hij vastbesloten om die vrijheid tastbaar te maken — in beton, glas, hout en vooral: ruimte.
Vrijheid zit voor hem niet in loslaten, maar in zorgvuldig ontworpen structuren die ruimte laten voor eigen invulling. Die visie botst regelmatig met het marktdenken waarin rendement en vierkante meters leidend zijn. Maar Hertzberger blijft geloven in de waarde van het niet-planbare. In het onverwachte dat kan ontstaan als je durft te ontwerpen voor de menselijke maat.
Een erfenis die blijft bouwen
Hoewel hij het dagelijks bestuur van zijn bureau heeft overgedragen, laat het werk hem niet los. Of het nu gaat om Vredenburg, Tivoli of Centraal Beheer — de gebouwen blijven onderdeel van zijn leven. En hij blijft zich ermee bemoeien, zoals hij zelf zegt, tot aan zijn laatste dag.
Wat hij hoopt, is dat de nieuwe generatie architecten zijn strijd voortzet. Dat ze durven bouwen aan ruimte die niet alleen efficiënt is, maar ook betekenisvol. “Die verantwoordelijkheid ligt nu bij hen,” zegt hij. “En ik heb hoop.”
Bron: nrc.nl