Belastingadviseurs: ‘Sta kostenaftrek voor vastgoed in box 3 toe’
3 februari 2025
Het belastingstelsel rond vermogen in box 3 blijft de gemoederen bezighouden. Nu huurinkomsten van vastgoed meetellen voor het rendement, pleit de beroepsorganisatie Register Belastingadviseurs (RB) ervoor om ook kosten, zoals onderhoud en WOZ-belasting, aftrekbaar te maken. Zonder deze aftrek verwacht het RB dat een nieuwe golf aan rechtszaken zal volgen.
Onvrede over regels rond werkelijk rendement
De discussie draait om de regels voor het bepalen van het werkelijk rendement op vermogen, zoals vastgoed. Dit rendement wordt volgens de Hoge Raad vastgesteld op basis van huurinkomsten en de waardestijging van het pand. Echter, gemaakte kosten in verband met verhuur mogen niet van dit rendement worden afgetrokken.
Belastingadviseur Henk Bluemink noemt dit onlogisch. „Vergelijk het met een beleggingsfonds dat €25.000 aan rendement behaalt en daar €5000 aan kosten van inhoudt. Dan betaal je belasting over €20.000. Waarom zou dat bij vastgoed anders moeten zijn?” vraagt hij zich af.
Vrees voor nieuwe procedures
De uitspraak van de Hoge Raad komt voort uit juridische procedures die volgden op het zogenaamde kerstarrest van december 2021, waarin de box 3-heffing onwettig werd verklaard. Het rechtsherstel dat daarop volgde, bleek opnieuw in strijd met Europees recht. Om belastingbetalers tegemoet te komen, werkt staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen aan een tegenbewijsregeling. Hiermee kunnen belastingplichtigen aantonen dat hun werkelijk behaalde rendement lager is dan waar de Belastingdienst van uitgaat.
Het RB vreest echter dat zonder kostenaftrek veel belastingplichtigen alsnog naar de rechter stappen. Een uitbreiding van de regeling zou volgens hen juridische procedures kunnen voorkomen.
Wat kost kostenaftrek de schatkist?
Van Oostenbruggen heeft laten weten dat het toestaan van kostenaftrek voor vastgoed jaarlijks zo’n €192 miljoen zal kosten tot en met 2027. De Tweede Kamer buigt zich binnenkort over het wetsvoorstel, waarbij ook gesproken wordt over toegang tot de regeling. Volgens het RB is de huidige regeling te beperkt. Zo vallen belastingbetalers die in 2017 en 2018 bezwaar maakten tegen de box 3-heffing, maar later niet tijdig om vermindering vroegen, buiten de boot.
Het RB noemt dit onredelijk en waarschuwt dat ook deze groep waarschijnlijk naar de rechter zal stappen. „Als de overheid echt wil voorkomen dat de rechtbanken overspoeld worden, moet er meer rechtvaardigheid in de regeling komen,” stelt de organisatie.
Bron: fd.nl