Binnenhofrenovatie richting 3 miljard euro
27 november 2025
Wat begon als een noodzakelijke opknapbeurt van het hart van onze democratie, dreigt uit te lopen op een eindeloos hoofdpijndossier. De renovatie van het Binnenhof, ooit begroot op 475 miljoen euro, is inmiddels uitgegroeid tot een project van bijna 3 miljard. En de einddatum? Die schuift mee: pas in de zomer van 2031 moet alles klaar zijn. De boodschap is duidelijk – het Binnenhof is voorlopig nog een bouwplaats.
Logistiek puzzelen in het politieke centrum
De complexiteit van het project blijkt bij elk onderdeel groter dan verwacht. Slechts drie poorten geven toegang tot het afgesloten bouwterrein, en die zijn te smal voor normaal materieel. Bouwverkeer wordt nu via speciale bouwhubs gestuurd, just-in-time, tot wel vier transporten per uur.
Een tijdelijke ‘landaanwinning’ in de Hofvijver maakt dat de bouwers toch uit de voeten kunnen. Met stelconplaten is een werkplatform gecreëerd van waaruit kraanwagens en verreikers hun werk kunnen doen. Een ingenieuze oplossing in een verder onwrikbaar monument.
Van houtrot tot historische dakleien
De technische staat van het Binnenhof blijkt slechter dan gedacht. In gebouw A van het Tweede Kamercomplex is bij zo’n 400 houten balkkoppen zwamaantasting geconstateerd. Restaurateurs zijn per stuk anderhalve dag bezig om deze handmatig te herstellen met glasvezel en kunsthars.
Verderop op het dak van gebouw C zijn leidekkers nog jaren bezig met het vernieuwen van de daken. Dat vakmanschap schaars is, helpt de voortgang niet. De ‘marktspanning’ – het tekort aan gespecialiseerde vakmensen – drukt zwaar op de planning en kostenbeheersing.
Kostenexplosie en politieke afwegingen
Minister Mona Keijzer kondigde onlangs aan dat de renovatie nog eens 925 miljoen euro duurder wordt. Daarmee komt de teller op bijna 3 miljard euro. De Tweede Kamer heeft zelf aangedrongen op het meenemen van de Ridderzaal in de renovatie, een post die eerder was geschrapt om te bezuinigen. Volgens Keijzer is nu doorpakken goedkoper dan later opnieuw beginnen.
Ook het Rijksvastgoedbedrijf blijft benadrukken dat het werk inmiddels beter in kaart is gebracht. De kostenraming zou betrouwbaarder zijn dan ooit. Maar tegelijkertijd is pas 10% van de 4000 ruimten onderzocht – het blijft dus spannend wat er nog meer aan het licht komt.
Kosten-plus contracten als vangnet
Om verdere uitglijders te voorkomen zijn met aannemers kosten-plus contracten afgesloten. Zij krijgen hun werkelijke kosten vergoed plus een vaste marge. De overheid kijkt mee in de boekhouding en doet waar mogelijk zelf de inkoop.
Het moet de opbouw van risico-opslagen voorkomen – die zouden de prijs alleen maar verder opdrijven. Maar ook deze aanpak is geen wondermiddel tegen personeelstekorten of onvoorziene technische problemen.
Bron: cobouw.nl