Bureaucratie is de storende factor op de woningmarkt

24 oktober 2017

Bron: Het Financieele Dagblad

De koopprijzen op de Nederlandse woningmarkt stijgen weer, nadat in 2013 het dieptepunt werd van de huizencrisis werd bereikt. Sindsdien stegen de huizenprijzen in Amsterdam met ruim 53%. In de andere grote steden stegen de prijzen met 30 à 35%. De vraag naar koopwoningen nam de afgelopen jaren enorm toe, terwijl het aanbod steeds kleiner werd. Het aantal transactie op de Amsterdamse woningmarkt daalde in het afgelopen kwartaal zelfs fors. Dit duidt op een gebrek aan aanbod, iets wat normaal gesproken door de markt zelf wordt gecorrigeerd. In een dergelijke situatie wordt de productie aangejaagd door de stijgende prijzen. Echter, op de woningmarkt werkt dit anders.

Bureaucratie

Het aanbod op de woningmarkt krijgt niet de kans om te reageren op prijsstijgingen. Het aantal nieuwe woningen wordt namelijk bepaald door de bureaucratie. Bestemmingsplannen, nota’s over ruimtelijke ordening, woningmarktvisies; ze zijn allemaal bepalend voor de hoeveelheid nieuw te bouwen woningen. Doordat het aanbod niet kan reageren op de stijgende vraag, hangt alles van de prijs af. Gevolg: wilde bewegingen van de prijs van koopwoningen.

In het verleden kon slechts in éen situatie een duidelijk verband worden ontdekt tussen prijs een aanbod. De aanbodelasticiteit is geen statisch gegeven, maar blijkt sterk afhankelijk te zijn van de tijdsperiode. Toen de huizenprijzen kort na het begin van de economische crisis instortte, daalde de nieuwbouw drastisch. Blijkbaar reageert het aanbod in Nederland dus nauwelijks op prijsstijgingen, maar wel op prijsdalingen.