De Nederlandse overheid streeft naar een volledige circulaire economie in 2050. Er zijn vier factoren waarmee het kabinet de Nederlandse economie zo snel mogelijk circulair wil maken: grondstoffen verminderen, grondstoffen vervangen, levensduurverlenging en hoogwaardige verwerking. Voor elk van deze vier manieren van grondstoffengebruik staan maatregelen in het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023 – 2030, dit voor specifieke productgroepen.
Om in Nederland tot een circulaire economie te komen, is internationale verandering nodig, zowel in Europa als Wereldwijd aangezien ketens van grondstoffen, producten en afval internationaal georiënteerd zijn. Nederland werkt daartoe samen met andere landen, binnen de Europese Unie maar ook binnen de Verenigde Naties. Zo is Nederland bijvoorbeeld lid van het Platform for Accelerating the Circular Economy.
In overeenstemming met de doelstellingen van de EU om in 2050 klimaatneutraliteit te realiseren, geeft Nederland op nationaal niveau invulling aan een Europees pakket van maatregelen om de overgang naar een circulaire economie te versnellen, het zogenaamde EU-Actieplan voor de circulaire economie. Het actieplan van de Europese Commissie gaat over cruciale sectoren, zoals kunststoffen, textiel, electronisch afval, levensmiddelen, water en voedingsstoffen, verpakkingen, batterijen en voertuigen en gebouwen en bouwmaterialen.
Om dit alles goed vorm te geven heeft de overheid Platform CB23 ingericht, dat moet bijdragen aan de transitie naar een circulaire bouwsector door zich te richten op het opstellen van nationale bouwsector-brede afspraken. Op grond hiervan wil de overheid partijen met circulaire ambities in de gehele bouwkolom met elkaar verbinden, zowel in de GWW-sector als in de woning- & utiliteitsbouw.
Het moge duidelijk zijn, dat dit voor zowel de Rijksoverheid als Provinciale overheden een behoorlijke uitdaging is. Elk van hen geeft hier op eigen wijze invulling aan, sommigen zichzelf zelfs een koplopersrol willen toebedelen. In deze module wordt daarom aandacht besteed aan hoe overheidsorganisaties zich profileren, respectievelijk maatregelen hieromtrent treffen, om vorm en inhoud te geven aan de transitie naar een circulaire economie.
Relevantie
Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen zijn essentieel in een transitie naar een circulaire economie, zij sturen dit proces op hoofdlijnen en zeten monitoring in als middel om de vinger aan de pols te houden.
Doelen
- De cursist krijgt inzicht in de doelen die de overheid zich stelt rondom een circulaire economie
- De cursist krijgt inzicht in hoe zij hier in de praktijk vorm en inhoudt aan geeft en welke andere actoren in de bouwketen zij hier bij betrekt
Deze module is onderdeel van
Prijs | €0,- excl. BTW |
Docenten

Arjan Schrauwen
Senior adviseur Duurzaamheid Rijksvastgoedbedrijf
Arjan adviseert het Rijksvastgoedbedrijf op het gebied van circulariteit, dat met zo’n 83.000 hectare grond en bijna 12 miljoen vierkante meter aan gebouwen over de meest diverse vastgoedportefeuille van het land beschikt.

Roel Tijssens
Vastgoedadviseur - PVM
Roel adviseert diverse organisaties over hoe zij het begrip circulariteit concreet en toepasbaar kunnen maken voor de praktijk. Gedreven stapelt hij bouwstenen tot fundamenten waarop torenhoge bouwambities kunnen resulteren in een verdere spreiding van zijn kreet: Circulariteit redt ons (bouw)bestaan! Roel is tevens Circulair bouwexpert bij provincie Noord-Holland.

Fanauw Hoppe
Ketenaanjager circulaire economie
Fanauw is strategisch adviseur in de bouwsector en gespecialiseerd in complexe programma’s en vraagstukken met focus op circulair bouwen, energie en klimaat. Hij is door de Provincie Noord-Holland aangesteld als ketenaanjager voor de Noord-Hollandse bouwsector.